Mensenhandel betreft de criminele uitbuiting van kwetsbare personen voor economische doeleinden, waarbij de fundamentele rechten en de waardigheid van personen worden geschonden.
Ze kan verschillende vormen aannemen, zoals seksuele of economische uitbuiting, gedwongen bedelarij en gedwongen criminaliteit (bv. gauwdiefstallen, winkeldiefstal en drugshandel). Het criminele proces van mensenhandel omvat de werving, het transport, de huisvesting en de uitbuiting van slachtoffers. In dit proces zijn verschillende criminele organisaties actief en het belang van het internet neemt toe (rekruteren via sociale media, seksadvertenties, het darknet enz.). Het gaat bijgevolg om een criminele markt waarbinnen grootschalige netwerken opereren die hun illegale activiteiten bedrijfsmatig beheren en die ook actief zijn in andere criminele domeinen (drugshandel, wapenhandel, oplichting enz.).
Mensenhandel speelt zich vaak af in verdoken omstandigheden waardoor de precieze omvang van het fenomeen en het aantal slachtoffers niet bekend zijn. In 2019 heeft de politie 86 feiten van seksuele uitbuiting en 20 feiten van economische uitbuiting (respectievelijk -14% en +18% ten opzichte van 2015) geregistreerd, samen goed voor bijna een vijfde van het totaal aantal feiten in België. Daarbij komen ook nog de pv’s en strafrechtelijke verslagen van de ECOSOC-teams van de RSZ-inspectie (waarvan een kwart zich in het BHG bevindt) en de sociale begeleidingen van de gespecialiseerde opvangcentra (cf. jaarverslag Myria). Het is een lucratief criminaliteitsfenomeen met een lage detectiegraad, waarbij tal van andere instrumentele misdrijven worden gepleegd (valse/vervalste documenten, huisjesmelkerij, afpersing zoals bv. seksuele afpersing via het internet enz.), of secundair als resultaat van de mensenhandel-activiteiten (witwassen, fraude enz.). Zo is het aantal in het BHG geregistreerde feiten van huisjesmelkers in de afgelopen vijf jaar meer dan verdubbeld (+111%) tot 38 in 2019. Criminele organisaties doen eveneens een beroep op illegale ondernemingen om de uitbuiting te verbergen en om alternatieve, parallelle betalingssystemen uit te rollen. Het is bijgevolg belangrijk om aan de hand van financiële onderzoeken deze geldstromen en netwerken in kaart te brengen, te ontwrichten en ontmantelen.
Seksuele uitbuiting vormt een specifiek probleem dat de vorm kan aannemen van zichtbare prostitutie en/of seksindustrie, niet-openlijk geafficheerde seksdiensten (massagesalons, sauna’s enz.) en verdoken prostitutie (Airbnb, huurwoningen, hotels enz.). De werkwijze van daders is gedeeltelijk afhankelijk van het type uitbuiting, alsook van het type uitbuiters. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan tienerpooiers en hun minderjarige slachtoffers. Dit is een verborgen, sociaal complex probleem waar moeilijk een cijfer op te plakken valt. Voor Brussel heeft Child Focus verschillende profielen van slachtoffers vastgesteld (met een verleden in de gespecialiseerde jeugdhulp, welgestelde meisjes uit de zuidelijke rand van Brussel, slachtoffers van internationale mensenhandel), daders (pooiers van individuele adolescenten, verbonden met stedelijke bendes, goed georganiseerde netwerken) en specifieke modi operandi.
Economische uitbuiting is nauw verweven met sociale fraude/dumping en inbreuken op de arbeidswetgeving (illegale tewerkstelling van buitenlandse werknemers, niet-geregistreerde werknemers of uren enz.). Meestal betreft dit buitenlandse arbeidskrachten die tewerkgesteld worden in minder gereguleerde sectoren en sectoren met een seizoensgebonden vraag naar arbeidskrachten (horeca, bouw, schoonmaak, transport, handcarwashes, nachtwinkels, tankstations enz.). De potentiële slachtoffers worden slechts zelden of te laat geïdentificeerd.
In 2019 hadden 27 nieuwe zaken bij het Brusselse parket betrekking op mensenhandel, dat wil zeggen 5% van het totaal aantal zaken in België. Dit is een stijging van 17% ten opzichte van 2015. Hoewel mensensmokkel een ander fenomeen is dan mensenhandel, is er een sterk verband tussen beide. Zo kunnen slachtoffers van mensensmokkel ook het slachtoffer zijn van mensenhandel wanneer ze de reiskosten moeten terugbetalen. Anderzijds richten mensenhandelaars zich veel vaker op illegale immigranten en asielzoekers, met de bedoeling hen uit te buiten. Hierbij moet bijzondere aandacht uitgaan naar de kwetsbare situatie van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.
In haar gezamenlijke Beleidsverklaring 2019-2024 benadrukt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat de bestrijding van mensenhandel een prioriteit is. Daarbij moet bijzondere aandacht worden besteed aan migranten, de versterking van de steunmechanismen voor slachtoffers, de integratie van nieuwkomers op de arbeidsmarkt en hun toegang tot openbare diensten, gezondheidszorg en onderwijs. Wat prostitutie betreft, stelt de regering voor om een intergemeentelijke coördinatie en een harmonisatie van de verschillende benaderingen tot stand te brengen, met respect voor de lokale bijzonderheden en in samenwerking met de actoren uit het werkveld en de buurtbewoners. De nadruk moet hier liggen op preventie en risicobeperking. Mensenhandel en -smokkel vormt een complex vraagstuk met weinig zichtbaarheid in de cijfers en vaak onopgemerkt bij de burger. Het is echter een prioriteit voor het BHG, dat als (inter)nationale hoofdstad sterk wordt geconfronteerd met gediversifieerde vormen van uitbuiting, en waar de gevallen van misbruik alleen maar toe-nemen. Dit vereist preventieve maatregelen, snelle opsporing, een gecoördineerde benadering en informatiestroom, aangepaste opvang, begeleiding van de slachtoffers, enz.
Strategie
De Brusselse preventie- en veiligheidsactoren en hun partners ontwikkelen acties en projecten om te beantwoorden aan de volgende maatregelen: