Naarmate de mobiliteitspraktijken binnen het Gewest evolueren, worden steeds meer gebruikers van verschillende vervoersmodi met elkaar in contact gebracht. Dit brengt nieuwe uitdagingen met zich mee op het vlak van verkeersveiligheid en openbare rust.
Vooral de overdreven snelheid en het drukke wegverkeer vormen storende factoren voor de Brusselse burgers (Gewestelijke veiligheidsenquête 2018), net als het gebrek aan aangepaste infrastructuur voor de actieve verplaatsingswijzen (wandelen, fietsen, nieuwe soorten verplaatsingsmiddelen enz.). Dit deel ligt dus in lijn met het vorige GVPP, de evolutie van de verplaatsingswijzen binnen het BHG en de ontwikkeling van de dienstverlening (openbaar vervoer, private operatoren enz.) binnen het gewestelijk beleid betreft.
Op het gebied van de verkeersveiligheid blijven de vaakst vastgestelde risicogedragingen de overdreven of onaangepaste snelheid, goed voor 46% van de verkeersovertredingen in het BHG (+186% in 2019 ten opzichte van 2010). Deze trend vormt ook een weerspiegeling van de geleidelijke automatisering van de controlemiddelen. Het rijden onder invloed van alcohol (+58% in 2019 ten opzichte van 2010), van drugs/geneesmiddelen (x10 in 2019 ten opzichte van 2010) en de inbreuken op het vlak van motorhelmen en beschermende kledij (x20 in 2019 ten opzichte van 2010) zijn eveneens factoren die moeten worden aangepakt. Dit zowel om het aantal verkeersongevallen en het aantal slachtoffers te verminderen (doelstelling “Vision Zero slachtoffers”, gedragen door de Regering) als om het onveiligheidsgevoel op de weg te verminderen. De mobiliteitscontext, gekenmerkt door druk verkeer, fileproblemen en de vele lopende werven die de vlotte doorstroming de goede leesbaarheid van het verkeer verstoren, zorgt ervoor dat Brusselaars zich onveilig voelen.
Aan de andere kant kan het heterogeen profiel van de weggebruikers ook een bron van spanning zijn en zelfs escaleren tot geweld (onbeschaafd gedrag, slagen en verwondingen enz.). In het licht van deze recente evolutie moeten de strategieën voor de bestrijding van de mobiliteitsproblemen worden herzien. Dit zowel op het gebied van preventie als om de controle- en sanctiemechanismen te laten overeenstemmen met de huidige realiteit. Er moet bijgevolg bijzondere aandacht worden besteed aan kwetsbare gebruikers (voetgangers, fietsers, micromobiliteit, gemotoriseerde tweewielers), zowel op het vlak van de blootstelling aan risico’s door gemotoriseerde voertuigen als hun eigen risicogedrag. In 2019 maken voetgangers en fietsers immers 44% uit van de verkeersslachtoffers in Brussel (32% in 2010). De ontwikkeling van een intrinsiek veilige openbare ruimte dat het veilig verkeer van alle soorten gebruikers garandeert, is een essentiële aanvulling op het controle- en sanctiebeleid. Benaderingen en concepten als Design for all, Safe road by design, Forgiving road en Security by design krijgen hier dan ook hun volle betekenis.
De overlast en criminaliteit op het openbaar vervoer en de bijbehorende infrastructuur vormen ook een groot probleem dat verband houdt met de mobiliteit. Het onveiligheidsgevoel – en de daaruit voortvloeiende vermijdingsstrategieën (cf. Gewestelijke veiligheidsenquête 2018) – kan immers meer invloed uitoefenen op bepaalde types gebruikers (bv. vrouwen die het slachtoffer zijn van seksistische pesterijen in het openbaar vervoer). Het kan ook worden veroorzaakt door bepaalde vormen van overlast, zoals mensen onder invloed van alcohol, of drugsgebruik of -handel in de omgeving van de infrastructuren van het openbaar vervoer. Dit zijn immers specifieke plaatsen in de openbare ruimte waar meerdere reizigersstromen met verschillende profielen elkaar kruisen. De omgevingsfactoren (specifieke kenmerken en problemen van de wijken waar de infrastructuur is gevestigd) oefenen ook een invloed uit op de veiligheid in de buurt van het openbaar vervoer (bv. prostitutie, dakloosheid, bedelarij, illegale (trans-)migranten). Een transversale en multidisciplinaire benadering is bijgevolg noodzakelijk. Kwantitatief gezien werden tijdens de laatste cyclus van het gewestelijk beleid volgende types van geregistreerde criminaliteit op het openbaar vervoer vastgesteld: sterk toegenomen gauwdiefstallen (4.766 geregistreerde feiten in 2019 in het openbaar vervoer, of +53% ten opzichte van 2015), overlast, diefstal met geweld, fysieke en verbale agressie. Volgens de politiestatistieken worden de feiten in het openbaar vervoer vooral gepleegd in of in de omgeving van de infrastructuren (stations, treinstation, bus-/tramhaltes) en concentreren de geregistreerde feiten zich hoofdzakelijk in de treinstations en de (pre)metrostations.
Strategie
De Brusselse preventie- en veiligheidsactoren en hun partners ontwikkelen acties en projecten om te beantwoorden aan de volgende maatregelen: